Fucking geïrriteerd. Een redelijk goede beschrijving van mijn gemoedstoestand gisteravond vlak voor het slapen, tijdens het niet kunnen slapen en gedurende de ochtenduren van deze dag. Ik ben normaal gesproken niet heel snel op mijn teentjes getrapt maar om de één of andere reden was het nu toch echt weer een keer zover. En ik kon het maar niet van me afzetten.
De uren díe ik vannacht heb meegepakt, droomde ik veel. Het was één van die nachten waarna je wel 3 verschillende dromen heel gedetailleerd kunt navertellen. Zo droomde ik vanuit het centrum van Utrecht naar mijn huis te fietsen. Nadat ik maar ergens heen was gefietst en compleet de weg kwijt was, kwam ik toevallig mijn oom tegen die me de weg wees. Ondertussen belde een vriend van mij of ik een drankje kwam drinken. Je begrijpt dat ik dus redelijk gehaast was, ik kon namelijk niet wachten op dat glaasje Cava met die vriend. Toen ik vanuit de verte de Waalkade zag verschijnen, wist ik weer waar ik was (Nijmegen, terwijl ik vanuit Utrecht met de fiets vertrok haha, mijn ego streelde zichzelf even in mijn slaap).
Dus, ik werd wakker met ontiegelijk veel zin om een dagje naar Nijmegen toe te gaan, tussen mijn ‘nog steeds geïrriteerde gemoedstoestand’ door. Een uur later stapte ik met fiets en al de trein in, op naar mijn lievelingsstad. Om letterlijk mijn droom na te leven. Exclusief het terugfietsen naar Utrecht dan ;).
De beste tip die ik je ooit ga kunnen geven is om op een prachtige herfstdag als deze de fiets te pakken en Nijmegen door te fietsen. Het centrum, de buitenwijken, de parkjes, de bossen. Pak alles mee, het is het absoluut waard. Ik zorg er altijd voor dat ik de weg niet weet. Met als doel, even doelloos te zijn. De stad en haar sfeer hebben een invloed op me die ik uit bizar weinig andere dingen haal. Hoe boos of verdrietig ik ook ben, om de een of andere reden worden mijn gedachten compleet weggevoerd als ik hier ben. Nergens voel ik me méér thuis. Het is hier prachtig. Elk kleine hoekje. De nauwe straatjes die midden in het centrum verstopt zitten, de woonwijken die elk bezitten over tientallen bomen waar het zonlicht dag in dag uit perfect doorheen schijnt. En dan koffie. Bij Bairro Alto, aan de Kannenmarkt. Waar menig stelletje, oud opaatje en schrijver zoals ik graag eventjes neerploft met de krant. Om 17.00 gooi ik de laatste – inmiddels ijskoude – slok koffie naar achteren. Om 18.45 begint namelijk de zon onder te gaan en daar ga ik even uitgebreid voor zitten op het meest mooie plekje van Nijmegen. Als de Waal uit het zicht is, stroomt de verbeelding.
Ik heb er altijd al moeite mee gehad als een ander me niet ziet zoals ik mezelf zou willen profileren ondanks dat ik daar hard voor werk. Dit is iets waar ik veel tegenaan loop. Dat mensen zich op een bepaalde manier tegen me gedragen of op een bepaalde manier handelen, gebaseerd op hoe ik misschien een jaar geleden zou reageren. Dan voel ik me in een hokje gedrukt. Alsof ik voor altijd vastzit aan hoe ik mezelf toen voordeed. Terwijl ik toen misschien wel stukken ongelukkiger was, of in een lastig parket zat. Ik ben 19 en ik merk dat ik meer en sneller verander dan dat ik ooit heb gedaan. Juist daarom voelt dat zo oneerlijk. Over het algemeen geef ik al een stuk minder om wat een ander van me denkt dan voorheen, maar er is een handjevol mensen die ik nooit teleur zou willen stellen om wie ik ben. En juist van die mensen heb ik nodig dat ze me zien zoals ik ben.
Het enige wat ik kan doen in deze situaties is mezelf blijven bewijzen. Niet voor anderen, maar voor mezelf. En geduld hebben. Veeeel geduld. En tripjes maken naar Nijmegen. Want die doen elke frustratie verkleuren als blaadjes in de herfst.
Vanmiddag vond ik een sleutel, aan de Waalkade. Na een paar mensen om mij heen gevraagd te hebben of zij toevallig hun sleutel kwijt waren geraakt, besloot ik om het voorwerp iets meer in het zicht te leggen op een muurtje. Mocht de eigenaar ernaar op zoek zijn. Toen ik net terug fietste en ik het sleuteltje in het lantaarnlicht zag glinsteren als een diamantje, besloot ik het mee te nemen. Nu staat het als symbool. Voor mijn eerste huis in Nijmegen. Een belofte aan mezelf dat ooit op een dag, ik voor mijn eigen huisje sta, te midden van een geweldig mooie straat met prachtige herfstkleuren om me heen en de sleutels in mijn hand. In Nijmegen.
En nu zit ik alweer in de trein terug. Compleet zen. Kijkende naar de plaatjes die ik vandaag in mijn lievelingsstad schoot. Lurkende aan een beker warme chocolademelk. Dromende over later.