Dus nu lig ik ziek op bed met een reep pure chocolade naast me, waar ik eigenlijk niet eens zin in heb. Ik ben momenteel zo verkouden dat ik me afvraag waar in godsnaam al dat snot vandaan komt. Mijn stem klinkt alsof ik al jaren dagelijks twee pakjes sigaretten rook, en mijn voorhoofd straalt 93,7 graden warmte van zich af. Lichtelijk overdreven, dat geef ik toe.
Vorige week had ik stageweek. Ik denk dat het daar mee te maken heeft. Van mijn stem was al niks meer over aan het einde van de week, alle kinderen vragen veel van je (en van je stem). Ik heb stress. We moeten letterlijk de helft van onze studiepunten behalen in deze laatste maand. Het is veel. Dus ik ben ziek. Zodra ik stress krijg, word ik ziek tegenwoordig.
Maaar, ik heb wél mijn praktijkbeoordeling gehad. Zo. Deze mijlpaal hebben we gehad. Ik koos voor een zelf-in-elkaar-gezette dramales aan 25 (uiteindelijk 24 aangezien er eentje een driedubbele loopneus en 7 blauwe plekken had) lieve druktemakertjes. Wie bedenkt het.
Twee keer per jaar hebben we een praktijkbeoordeling; tegen het einde van de stageperiode. Ook nu weer. Met veel plezier heb ik de afgelopen paar maandjes elke dinsdag mijn leraressenpraatjes voor groep 5 mogen houden. En ondanks dat ik dit niet zal blijven doen, geniet ik er stiekem elke keer weer een beetje van. Ik heb ontdekt dat kinderen de leukste spontane opmerkingen maken, duiveltjes kunnen zijn naar elkaar toe (wat eigenlijk alleen maar weerspiegelt wat de maatschappij hen voorlegt), maar ook geweldig goed kunnen samenwerken. Daarnaast heb ik geleerd dat kinderen wijsneuzen zijn. Echt. En bloedeerlijk, over alles. Maar ze kunnen ook ontzettend goed liefhebben. Vandaag had ik dus mijn praktijkbeoordeling. Ik had uitgedacht dat ik mijn grote muziek box wel even mee kon nemen, en moederlief wilde die na de les wel eventjes op komen halen. Dat was tijdens de gymles dus dat kwam mooi uit. Daar zat ik dan, tussen allemaal meiden op het gymbankje, te vertellen dat mijn moeder zo op school kwam om iets op te halen. Voelde me net mees Kees. Maar dan juf Lisa. En binnen no time stond er een zwerm van kinderen om me heen.
“Juf’s moeder komt op school! Juf’s moeder komt op school!” “Juf mijn opa moest laatst een oogoperatie.” “Juhuf, hoe heet jouw moeder?” “Maar hoe oud is ze dan?” “Oh juf, ik wil echt jouw moeder ontmoeten!”
Je kunt het je zo gek niet bedenken. De vragen en familieverhalen stroomden op me af. Heerlijk. Echter heeft een opmerking het gewonnen, die verdient een citaatblok.
“Juf Lisa, jouw moeder eet toch altijd vla op de pannenkoek?”
– Leerlinge uit groep 5.
Ik gaf ooit een les waarbij we het over rare eetgewoontes hadden. Blijkbaar had ik verteld dat mijn moeder graag vanillevla op de pannenkoek eet. Ze onthouden de gekste dingen.
Ik ga het missen. Het lesgeven. Maar vooral de kinderen. Ondanks dat ik nu ziek (van de stageweek en de stress) op bed lig, met een snotterneus, en een koude theedoek op mijn voorhoofd.