Naast me staat een dampende mok thee. Mama noemt het altijd een badkuip thee, zo groot is ‘ie. Er zit verse munt in. En honing. Het ruikt fris. Door mijn oren knalt de playlist ‘Feeling good, feeling great’ van Spotify. Voel ik me goed? Mijn kamer is een zooitje. Mijn vest ligt nog net zo op de grond, als dat ik hem vier uur geleden aan de vloer doneerde. Het valt me nu pas op hoeveel schrijfwaar ik eigenlijk in mijn kamer heb staan. Ik tel zo wel 50 pennen, een heel groot aantal potloden en een keurige collectie stabilo fineliners, die ik -overigens weer- in een mok heb neergezet. Verder staat er een bord, met daarop welgeteld 1 crackertje dat mijn maag niet gehaald heeft. Zonde. Ze waren een beetje droog. Verder hangt er een lichtsnoer kriskras door mijn kamer, dat ik met kerstmis heb opgehangen. Er hangen foto’s, die ik echt een keer moet weghalen wil ik ooit een vriend krijgen. Mijn bureau staat zo open als mogelijk. Het is een heel compact ding, van de IKEA. Als je alle deurtjes opendoet, zie je waar ik al mijn troep dus altijd laat. Verder ligt mijn camera met al zijn bijkomstigheden (batterij, oplader, 5 snoertjes waarvan hoogstwaarschijnlijk maar 1 snoer daadwerkelijk bij mijn camera past..?) tegenover me, op een plankje. Er staan ook boeken op de plank – die ik letterlijk nog nooit heb opengeslagen, maar wat ik wel al heel lang van plan ben. Het zijn oude boeken, met een mooi figuurtje op de rug en kaft. Waarschijnlijk de reden waarom ik ze ooit kocht. Ohoh ik ben een slecht mens. De boeken ruiken muffig. Alsof ze hun hele leven op een oude zolder hebben gestaan, in een enorme boekenkast tussen honderden andere boeken. Oh hey, mijn bril. Mooi. Die was ik kwijt.
Zo dat scheelt toch weer een hoop. Toch goed dat ik die bril aangeschaft heb. De kleine details maken het leven. Zou zonde zijn als ik die over het hoofd zal zien. Ik houd van het analyseren van omgevingen. Kijken naar wat er om je heen gebeurt. Wat er te zien is. Wat je hoort, ruikt, voelt en proeft. Het werkt rustgevend. Ik doe het echter te weinig. Ik kijk niet om me heen. Ik vlieg door de dagen, omdat ik ‘te veel te doen heb’. School en werk zijn grote prioriteiten. Haha, dat had je me vorig jaar moeten vertellen. Ik had je waarschijnlijk vierkant uitgelachen. Maar echt – ik ben er constant mee bezig. Niet persé in de praktijk, maar vooral in gedachten. Ik ben een uitsteller, geen planner. Toch is het een van mijn POP-doelen, dat plannen. Persoonlijk Ontwikkelings Plan. Dat heb ik moeten opstellen, voor mijn opleiding. Daar gáán we weer, dacht ik. Doelen opstellen. El ke keer weer. Maar deze doelen zijn anders. Ik heb ze moeten opstellen uit eigen ervaringen. Dat doe je altijd, maar niet bewust. Ik realiseerde dat plannen een probleem begon te worden. Ik wilde te veel. Deed te weinig. Of nouja, in tegenstelling tot wat ik wilde dan. Ik liep constant tegen mezelf aan. Dus; ik ga leren plannen. Daarbij reken ik even niet mee dat zelfs het plan om te plannen, al zo’n 20 keer mislukt is. Doet er ook niet toe. Het gaat om nu. Toch?
Ik wil mijn omgeving zien. Ik wil Nederland zien. De wereld zien. De mooiste omgevingen bekijken. De koffie uit de meest gezellige koffie cafeetjes proeven. De mensen horen praten, genieten van de gesprekken die werkelijk nergens over gaan. Net zoals in de trein. Meestal heb ik mijn oortjes in. Maar soms doe ik ze uit, om mee te luisteren. Een student die – ik neem aan- zijn baas aan de telefoon heeft over hoe hij niet optijd op zijn werk gaat komen aangezien ‘die verdomde NS weer eens vertraging heeft’. Twee meiden die met enorme Primark tassen een gesprek hebben over hun nieuwe aanwinsten. Ik geef het toe; ik ben een gespreksafluisteraar. Kan er niks aan doen. Ik weet eigenlijk niet of ik een luisteraar ben of een prater. Ik ben een beetje van allebei denk ik, een tussenin-zitter. Zitster. En net op dat moment dat ik afdwaal bij het nieuwe, witte, kanten shirtje van het meisje met de lange blonde haren, begint er een vrouw te praten. Het duurt even voordat ik me realiseer dat ze het tegen mij heeft. Het is een leuk vrouwtje. Ze is al een beetje op leeftijd, en draagt een pantalon (raar woord) en een geruit jasje. Daaronder keurige zwarte lakschoentjes. Leuk brilletje. Ze vraagt welk boek ik lees. Boek? Ohja, ik heb een boek in mijn handen. Het is boek dat ik uit het KCO heb gehaald. Kenniscentrum Onderwijs. Schoolbibliotheek dus (mensen maken het zichzelf zo moeilijk). We hebben een kort gesprekje en het duurt niet lang voordat ze begint te vertellen over vroeger. Heer-lijk. Dat had ik even nodig. Ik ben niet sarcastisch! Mensen die spontaan verhalen vertellen, heerlijk. Of dit nou is over een groot bankbedrijf (ja, daar heb ik ook al eens een treingesprek oer gehad) of over ‘vroeger’.
Ik wil dingen meemaken. Deze dingen vastleggen. Omdat ik stiekem een angst heb om dingen te vergeten of kwijt te raken. Herinneringen maken. Welke 16-jarige wil dat niet. Welk levende wezen wil dat niet. Volgend jaar ga ik studeren. Ik studeer nu al. Maar volgend jaar, wordt anders. Ik ga van studie wisselen. Mijn leven gaat er compleet anders uitzien. Ik ga studeren, maar dit keer in een grote stad. En wel Journalisiek! Ik ga opzoek naar een kamer, zo’n anderhalf uur reizen vanaf hier. Zonder ouders, of zusje dat elke avond even binnenkomt voor een gesprekje. Ai. Toegegeven; ik ga het nog zwaar krijgen. Ondanks dat ik dol ben op reizen, ben ik ook wel weer een huismusje. Maar het is een kans. Een schone lei. Ik weet niet of ik er klaar voor ben, maar zonder er verder moeilijk over te doen: ik zal wel moeten. En ik kijk er met onmundig veel enthousiasme naar uit. Ik vraag me af hoe anderen er echt over denken. De mensen die dicht bij me staan. Reacties weerspiegelen veel, maar niet alles. Ik probeer me er niet al te veel mee bezig te houden. Ik heb deze keuze gemaakt, en ga hem nu met 2 handen aanpakken.
En nu ga ik een serie kijken. Ik ben een dromer. Misschien droom ik iets te veel. Denk ik te veel, wil ik te veel. Ik moet dingen gaan doen. Maar, ik ben onderweg. Ik wordt een doener. Volgens mijn POP-doel. Nee. Volgens mijn eigen plan. Maar nu eerst thee. En Drop Dead Diva (lees: advocatenserie waar ik me uitermate slim door begin te voelen – goed voor het ego). Oja, mijn grote mok thee.
Liefs!